Je hebt honger en honger. Hormoonhonger, snackhonger, beweeghonger, zintuighonger, verveelhonger, dorsthonger. 

Via allerlei kanalen, social media, reclames, uithangborden, eetgeuren zien of horen we eten. Ons lichaam reageert daarop. En nee dat is geen honger maar een prikkel. 

Elk ongezond gewicht heeft een eigen verhaal, dat uit meer bestaat dan afvallen en aankomen. Iedereen neemt zo’n 200 tot 300 x per dag een beslissing over een hap of een slok. Vaak onbewust.

De (oer)mens is van nature zo gebouwd dat het wil overleven. We zijn daarom gek op zoet, zout en vet omdat voeding ons in leven houdt. We leven echter niet meer in een omgeving waar we ver moeten lopen en eerst aan het werk moeten om ons eten te bemachtigen. Onze koel en vrieskasten staan vaak vol naast een kelder of voorraadkast. Ook zijn we slechts 1 telefoontje verwijderd van thuisbezorgd.nl.  Daarnaast is ook de natuurlijke prikkel kou weg die ons vroeger noodzaakte om in beweging te komen. We hoeven ja alleen de thermostaat hoger te zetten als het nodig is. 

De sleutel tot een goede omgang en tot gezond eetgedrag is stilstaan bij de vraag? Heb ik echt honger? Meestal krijg je een helder antwoord van je lichaam mits je daar even de tijd voor neemt. 

Een zintuigelijke prikkel zakt enorm snel als je hem bewust maakt waardoor je kunt kiezen. Anders zou er een automatische reactie volgen. 

Gedrag verander je op grond van een besluit dat je steeds neemt omdat jij je bewust wordt waarom je wel of niet iets doet. Vraag je ook af of je honger niet eigenlijk dorst is. De oplossing hiervoor is eenvoudig. Drink een glas water of (kruiden)thee en voel dan opnieuw of je honger hebt. 

Echte honger kennen we hier in het westen niet. Wel “trek”; het lichaam vraagt om energie om te kunnen functioneren. Is deze functie verstoord dan noemen we dat leptine resistentie en heb je “altijd” trek. 

Elk lichaam weet precies wat we nodig hebben en wanneer. Het brengt voortdurend vraag en aanbod met elkaar in balans. Homeostase heet dat. 

Ons lichaam gebruikt daar glycogeen en vet voor. Glycogeen zet het lichaam om in glucose, de snelle suiker. Een lichaam dat gewend is aan veel snelle suikers door voeding die rijk is aan geraffineerde koolhydraten, snoep, vruchtensap en andere snelle energieleveranciers, stopt met vetverbranding. 

Na ongeveer 2 uur zijn snelle suikers verbrand en vraagt het lichaam om een volgende input van snelle suikers. Het tussendoortje!

Zo komt het nooit toe aan het aanspreken van vet. Echt die 4 uur tussen ontbijt en lunch kan iedereen overleven. Omdat er op een gegeven moment geen snelle suikers meer zijn zal het lichaam overschakelen op het verbranden van vet. 

Als je daarmee start dan kan er duizeligheid en trillen optreden in deze overschakelingsfase, die zijn echt van voorbijgaande aard. 

Het kan zeer de moeite waard zijn om echte honger te herontdekken. Dan leer je precies wat wel en geen honger is en hoe het voelt wanneer het genoeg is. 

Zoete stress

Bij stress kan het lichaam geen vetten verbranden. Het lichaam komt in een staat van vechten of vluchten en zal daarom alleen koolhydraten verbranden. Het verbranden van vet wordt pas toegelaten als je op een veilige plek bent: de stressor moet dus zijn uitgeschakeld. Het kan bij chronische stress wijs zijn om met het soort beweging bij de stresstoestand aan te sluiten. Yoga en tai chi zijn dan meer geschikt om de stressreactie tot rust te brengen. Als de stressreactie tot rust is gekomen komen weerstand- en duurtraining weer in zicht.

Extra:

Recept bananenbrood, voor ontbijt of lunch.

Bananenbrood

Voor: ca. 22 – 24 plakjes
Voorbereiding: 10 min.
Bereiding: 50 -70 min.

Makkelijk om in het weekend vooruit te maken. Snijd het brood dan in vieren. Doe de andere stukken in de vriezer en pak naar behoefte een dag van tevoren het bananenbrood uit de vriezer.

Je hebt nodig:

  • 6 grote eieren
  • 2 el honing of 10 dadels, fijngemalen
  • 80 g roomboter, gesmolten
  • 110 g kokosmeel
  • 60 g amandelmeel
  • 1 tl Keltisch zeezout
  • 2 grote rijpe en zachte bananen
  • 2 handjes rozijnen, kort geweekt
  • optioneel: vanille extract of merg van een vanillestokje
  • 1 el natriumbicarbonaat (bicarbonaat)

Bron: interview Marie-Jose Torenvliet in Medisch dossier mei 2020 en lesboek Richard de Leth.

Related Posts